Kestein 1935-1936

Ernst August Kestein emigreerde in 1901 vanuit Berlijn naar Nederland en vestigde zich aanvankelijk in Maastricht als rijwielhandelaar. Al in 1904 verhuisde hij naar het Groote Kerkplein in Rotterdam. De zaak liep goed, want binnen een paar jaar tijd verhuisde hij meerdere keren binnen Rotterdam en werd hij uiteindelijk grossier. In 1910 vertegenwoordigde Kestein de Engelse fietsmerken Ariel en Manhattan, en de Duitse merken Ajax, Condor, Fortuna en Imperator. Behalve in rijwielen en onderdelen handelde hij ook in naaimachines; en in een advertentie van 1912 biedt hij als winterartikel voor de rijwielhandel "electrische zwakstroombenodigheden" aan, waaronder "electrische leermiddelen" en "toestellen voor electrische massage".

In de jaren twintig was de zaak gevestigd aan de Gouvernestraat 97/115 en bestond er een filiaal in Arnhem aan de Bloemkwekerstraat 12/26. Kestein verkocht in Duitsland gefabriceerde fietsen, maar voerde daarnaast een aantal eigen fietsmerken: EAK, Neerlandia, Fredo Superb, Hunt Cycle Works, later ook Prometheus en vanaf 1940 Hunter. Vanaf 1924 was er sprake van een eigen rijwielproductie in Rotterdam. Op 1 oktober 1930 werd een nieuwe fabriek aan de Aelbrechtskade 100 in Rotterdam in gebruik genomen. De productie van fietsen werd nu de belangrijkste activiteit van het bedrijf. De grossierderij-filiaal in Arnhem had Kestein inmiddels afgestoten. Deze ging als "Imperator Rijwielfabriek NV, H. de Vries" verder en vertegenwoordigde Kestein in Gelderland en Overijssel. Rond deze tijd werd ook de Kestein Rijwielfabriek in een NV omgezet.

Op 13 november 1931 werd de onderneming getroffen door het overlijden van E.A. Kestein op 61-jarige leeftijd. Herman Lienesch, eveneens van Duitse afkomst, was nu directeur. Mededirecteur was de enige zoon van Kestein (naast nog twee dochters), Ernest August Carl Wilhelm Kestein.
Hoe de onderneming zich verder heeft ontwikkeld is onduidelijk. In de jaren dertig vervaardigde Kestein ondermeer transportfietsen en bakfietsen. Ook werden motorfietsen van Engelse makelij onder de naam Kestein verkocht. Overgebleven is van dit allemaal zeer weinig. Dat ligt beslist niet aan de kwaliteit van Kestein's EAK-fietsen, eerder aan een lage totale productie. Eind 1957 ging Kestein failliet, niet in de laatste plaats door het ontbreken van gevoel voor zuinigheid bij E.A. Kestein junior. Hij overleed in 1981 te Leidschendam. Het vermelden waard is een opvallend model herenfiets van Kestein, dat waarschijnlijk in de jaren dertig werd gemaakt. Door de driehoeksconstructie bij het balhoofd krijgt de fiets niet alleen een lange balhoofdbuis, maar biedt het frame ook meer weerstand bij een frontale botsing.

(Tekst:http://www.rijwiel.net/kesteinn.htm)

Dit is een pagina van de Bens Bikes site.